De waterlelie


Dit artikel verscheen in de Hortuskrant van maart 2005

KlasseSpermatopsida
(Zaadplanten)
CladeBedektzadigen
CladeANA groep
(Basale Bedektzadigen)
OrdeNymphaeales
FamilieNymphaceae
(Waterleliefamilie)
GeslachtNymphaea
(Waterlelie)

Taxonomische indeling van Nymphaea (Waterlelie)


In dit nummer over water en planten, wil ik aandacht schenken aan de waterlelie. De waterlelie is een zeer algemeen voorkomend waterplant in Nederland van meren, moerassen en rivieren. Onze waterlelie (Nymphaea alba) behoort met ongeveer zestig tot zeventig andere plantensoorten tot de Waterleliefamilie of Nymphaeaceae. Tot het geslacht Nymphaea behoren ongeveer veertig soorten. Alle soorten in deze familie komen in zoetwater voor. De familie is kosmopolitisch, in elk werelddeel treft men exemplaren ervan aan. Het is ook een “oude” familie, al in het vroege krijt (ongeveer 120 miljoen jaar geleden) heeft men fossielen van waterlelieachtigen gevonden.


Alle waterplanten uit de familie Nymphaceae zijn overblijvende planten met een ondergrondse wortelstok. Uit deze wortelstok groeien in het seizoen de bladeren, die vrijwel altijd schild- tot hartvormig zijn en op het water drijven. De bloemen verschijnen na de bladeren en zijn meestal groot. Daardoor zijn veel planten uit deze familie welkome gasten. Naast de waterlelie (Nymphaea alba) zijn de gele plomp (Nuphar lutea) en de tropische soort Victoria amazonica geliefde sierplanten

De gewone waterlelie of witte waterlelie (Nymphaea alba) heeft een groot verspreidingsgebied. Hij komt in heel Europa voor, daarnaast ook nog in zuidwest Azië en het Atlasgebergte. In Nederland is het een algemene zoetwaterplant, alleen in de zeeklei- gebieden, de Waddeneilanden en het Zuidlimburgse löss en krijtgebied komt hij niet of nauwelijks voor. De mooie bloemen bestaan uit vier groene kelkbladen, ongeveer twintig witte kroonbladeren en talloze meeldraden. Als de bloem is uitgebloeid, buigt de bloemsteel zich om. De vrucht rijpt onder water. Als de vruchtwand van deze vrucht verrot, komen de zaden vrij, die op het wateroppervlak blijven drijven. Door wind en golfslag worden de zaden verder verspreid.



   De gewone waterlelieplant (Nymphaea alba) in de ronde vijver in de Hortus



   De bloem van de waterlelie (Nymphaea alba)


In Nederland komt de waterlelie vaak samen met de gele plomp (Nuphar lutea) voor. Het lijkt er op, dat beide planten ongeveer dezelfde niche (= functie in het ecosysteem) bekleden. Toch zijn er verschillen. In vergelijking met de gele plomp houdt de waterlelie meer van rustige wateren. Wordt het water te onrustig, bijvoorbeeld door watersport of door stroming, dan zal de gele plomp zich gemakkelijker dan de waterlelie kunnen handhaven.



  Een gele plomp (Nuphar lutea) in een waterloop in het Groene Hart van Nederland



  De bloem van de gele plomp (Nuphar lutea)


In Nederland wordt - volgens sommige biologen -  op enkele plekken de verwante soort kantige waterlelie (Nymphaea candida) aangetroffen. Deze waterlelie zou een meer oostelijker verspreiding hebben dan onze gewone waterlelie; hij komt voor van Midden- Siberië tot Noordoost- Duitsland. De populaties van deze plant in Noord- Nederland liggen buiten het algemene verspreidingsgebied van deze soort. Daarom neemt men aan, dat het een relict (= achterblijvende plant) van de laatste ijstijd is. Andere biologen beschouwen de kantige waterlelie meer als een variëteit binnen de populatie van de gewone waterlelie.

De waterlelie heeft door zijn drijvende bladeren een voordeel boven ondergedoken waterplanten. Aan de bovenkant van de bladeren zitten veel huidmondjes. Hierdoor kan de waterlelie direct met de lucht gassen uitwisselen. Via de huidmondjes en de luchtkanalen in de bladstelen, kunnen de wortels ook ’s nachts voldoende zuurstof aangevoerd krijgen. Daardoor kan een waterlelie zich ook in een modderige bodem met weinig zuurstof handhaven.

In de Hortus kunt u de waterlelie (Nymphaea alba) en de gele plomp (Nuphar luteum) in de grote vijver aantreffen. De Victoria amazonica vindt u in de Pontederia- vijver, maar dan alleen in de zomer. In de kweekkas wordt deze plant in de winter klaargestoomd en hij wordt dan in mei in deze vijver geplant. Het is elk jaar weer afwachten of deze plant gaat bloeien en hoe veel bloemen hij gaat geven.


   De Victoria amazonica in de ronde vijver in de Hortus


   De Victoria amazonica in de ronde vijver in de Hortus


   Bladeren van de Victoria amazonica


Literatuur

Vernon Heywood
Bloeiende planten van de wereld
Elsevier, 1979

E.J. Weeda, R. Westra, Ch. Westra en T. Westra
Nederlandse Oecologische Flora- Wilde Planten en hun relaties
IVN

Stevens, P.F. (2001 onwards).
Angiosperm Phylogeny Website. Version 5, May 2004 
http://www.mobot.org/MOBOT/research/APweb/