De Waterhyacinth
Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van december
1988. In het juninummer van de Plantage Hortus van 1997 heb ik een algemeen verhaal over waterplanten geschreven.
Klasse | Spertmatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Bedektzadigen |
Clade | Eenzaadlobbigen |
Clade | Commeliniden |
Orde | Commelinales |
Familie | Pontederiaceae (Pontederia familie) |
Geslacht | Pontederia |
Soort | Pontederia crassipes (Waterhyacint) |
Taxonomische indeling van Pontederia crassipes (waterhyacint)
De waterhyacint (Pontederia crassipes) is een drijvende waterplant uit de familie
Pontederiaceae. De 35 soorten, die tot deze familie behoren zijn waterplanten, die
verspreid zijn over het gehele zoetwatermilieu van de tropen. De waterhyacint kwam
oorspronkelijk alleen voor in de rivieren van het Amazone en Orinocogebied.
De plant bestaat uit drijvende rozetten van bladstelen met daaraan rechtopstaande bladeren. De rozetten blijven drijven, doordat de bladstelen opgezwollen zijn. De rozetten bloeien met trosvormige violette bloemen. De rozetten van deze plant vormen met behulp van lange uitlopers nieuwe rozetten, die los kunnen laten en vrijzwemmend verder leven. De verspreiding van de rozetten door uitlopers kan heel snel gaan. In sommige tropische streken blijkt het aantal waterhyacintrozetten in 2 weken tijd te verdubbelen ! Door deze snelle verspreiding is de waterhyacint nu voor vele landen in de tropen een ware plaag.
De Waterhyacinth in het tropisch compartiment van de Drie Klimatenkas van de Hortus
Bloeiende waterhyacinten in een park ten zuiden van het Gardameer (foto: Betty van der Hoogte)
Die plaag is begonnen in 1884, toen Japanse afgevaardigden op een katoententoonstelling
in New Orleans de planten als souvenir aanboden. Enkele sierplanten kwamen snel in het
oppervlaktewater terecht en binnen een tiental jaren was de plant een plaag in Florida.
Vanaf 1902 werd hij in India waargenomen en sinds 1950 komt hij ook in Afrika voor.
Doordat de waterhyacint een dichte ondoordringbaar massa plantenmateriaal vormt, wordt
onder andere de scheepvaart gehinderd. Maar ook de doorstroming van de irrigatiekanalen
heeft veel te lijden van dit wateronkruid. Andere problemen die optreden door de dichte
vegetatie van deze planten zijn de sterfte van vissen door zuurstofgebrek en de toename
van de broedplaatsen van de malariamug. De laatste jaren probeert men de waterhyacint
in
zijn nieuwe arealen te bestrijden door de invoering van snuitkevers en de
waterhyacintmijt. Deze insecten houden in het oorsprongsgebied van de waterhyacint
de
verspreiding van de plant binnen de perken.
Een bloeiende Waterhyacinth plant in het Nepalese laagland
Detail van de bloem van de waterhyacinth uit Nepal
Er blijkt overigens, dat de waterhyacint ook nuttig kan zijn. Vanzelfsprekend vinden
tuinliefhebbers het fijn om deze mooie waterplant in hun waterpartij te hebben. En uit
onderzoekingen is gebleken dat waterhyacinthen grote hoeveelheden opgeloste stoffen
(waaronder zware metalen) uit het water kunnen halen, waardoor ze het water kunnen
zuiveren.
Bijzondere bevruchting
De planten uit de familie Pontederiaceae hebben wasachtige bladeren en vlezige schijnstammen. Daarnaast is deze familie gekenmerkt door blauwe of witte bloemen, waarbij de bloem in twee of meer verschillende typen (heterostylie) voorkomt. Bloemen kunnen niet door hetzelfde type bloem bevrucht worden. Bij deze familie komt een speciale vorm van heterostylie voor, namelijk heterotristylie (=driestijligheid, het voorkomen van drie verschillende typen bloemen). Op basis van de lengte van de stijl, worden 3 typen bloemen onderscheiden, namelijk L, M en S bloemen. Heterotristylie zorgt er voor, dat er geen zelfbestuiving, maar zo veel mogelijk kruisbestuiving plaatsvindt. Zie hiervoor verder bij figuur 1
Figuur 1 Schematische voorstelling van heterotristylie, waarbij de verschillende typen bloemen bij de waterhyacint worden weergegeven Uit: S.C.H. Barret | ![]() |
In de Hortus is de waterhyacint nog geen plaag. Het personeel heeft hem helemaal onder
controle ! U kunt deze fraaie plant zien drijven in de waterbak in de Nieuwe Warme Kas
tussen de grote bladeren van waterleliesoorten.