Kamperfoelie- De geur van de nacht
Dit artikel verscheen
eerder in de Hortuskrant van juni 2011
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Bedektzadigen |
Clade | Eudicots (Nieuwe Tweezaadlobbigen) |
Clade | Campanuliden |
Orde | Dipsacales |
Familie | Caprofoliaceae (Kamperfoeliefamilie) |
Geslacht | Lonicera (Kamperfoelie |
Taxonomische indeling van Lonicera
Overdag een lust voor het oog en 's nachts voor de neus. De
kamperfoelie heeft 24 uur per dag iets te bieden. Aandacht voor de nachtbloeier
van het geslacht Lonicera.
Kamperfoelies zijn klimplanten, die
zich om andere planten en bomen naar boven slingeren. Deze planten openen in de
avond hun zoetgeurige bloemen, die nachtvlinders aantrekken en die daardoor de
bloemen bestuiven.
Geslacht
Het geslacht kamperfoelie (Lonicera) komt voor op het noordelijke halfrond. Tot het geslacht behoren ongeveer 180 soorten, waarvan er 20 in Europa en 20 in Amerika groeien. De resterende 140 soorten komen in Azië voor. Het geslacht kamperfoelie behoort tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae), een familie bestaande uit kruiden en struiken met tweezijdig symmetrische bloemen. In het APG III indelingssysteem bevat deze familie naast Lonicera ook de geslachten Heptacodium, Leycesteria (o.a. fazantenbes), Symphoricarpos (o.a. de sneeuwbes) en Triosteum.
Bossen & heggen
De wilde
kamperfoelie (L. periclymenum) is een
van de soorten uit Europa. Deze klimplant heeft roomwitte tot gele bloemen, die
in eindstandige trossen aan de planten zitten van juni tot september. De wilde
kamperfoelie groeit voornamelijk in bossen en in heggen.
In Nederland worden
naast deze soort ook soms de rode kamperfoelie (L. xylosteum), de Tartaarse kamperfoelie (L. tatarica) en de tuinkamperfoelie (L. caprifolium) in het wild gevonden. De laatste twee soorten zijn
planten, die oorspronkelijk uit Rusland en Zuidoost Europa zijn gekomen en via
onze tuinen verwilderd zijn.
Bestuiving
De nachtvlinders,
die de wilde kamperfoelie in Nederland bezoeken, zijn de pijlstaarten en de
motten. De pijlstaartvlinders hebben lange zuigsnuiten, waar mee ze de nectar
uit de bloemen kunnen zuigen. Dat doen ze, terwijl ze door snelle
vliegbewegingen stilstaan voor de bloemen.
De Amerikaanse trompet
kamperfoelie (L. sempervirens) wordt
niet door nachtvlinders, maar door kolibries bestoven. Hij geurt dan ook niet,
maar heeft wel opvallend oranje gekleurde bloemen.
Bevallingshulp
De wilde
kamperfoelie is een waardplant voor de glasvleugelpijlstaart (Hemaris
fuciformis) en de kleine
ijsvogelvlinder (Limenitis camilla).
De wilde kamperfoelie draagt rode bessen, die giftig zijn. De geur wordt
gebruikt in zeep en shampoo. De bloemen en bladeren werden vroeger gebruikt
tegen astma en hoest. Een thee van de bladeren werd gebruik bij bevallingen,
omdat het de pijn en de kampen zou verzachten.
In de Hortus staat de kamperfoelie in de Snippendaaltuin en in de Burgemeesterstuin.
Literatuur
Ruud van der
Meijden
Heukels´ Flora van Nederland
Wolters-Noordhoff, 23e
druk, 2005
Angiosperm Phylogeny Website
http://www.mobot.org/MOBOT/research/APweb/welcome.html
Kamperfoelie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kamperfoelie
Kamperfoelie -
Botanische tuin de Kruidhof
http://www.dekruidhof.nl/tuinen/planten/kamperfoelie.html
De kleine
ijsvogelvlinder
http://www.vlindernet.nl/vlindersoort.php?vlinderid=1083
De
glasvezelpijlstaart
http://www.vlindernet.nl/vlindersoort.php?vlinderid=413