Dischidia
Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van maart 1991
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Bedektzadigen |
Clade | Eudicots (Nieuwe Tweezaadlobbigen) |
Clade | Lamiiden |
Orde | Gentianales |
Familie | Apocynaceae (Maagdenpalmfamilie) |
Geslacht | Dischidia |
Taxonomische indeling van Dischidia
Dischidia is een geslacht uit de Zijdeplantfamilie (de Asclepiadaceae). Tot het geslacht behoren vetplanten, waarvan de bladeren vlezig zijn. Het telt ongeveer 46 soorten, die voorkomen in een gebied vanaf India over Taiwan en de Philipijnen tot Nieuw Guinea en Australie. Het hoogtepunt van hun verspreiding treffen we aan in Noord- Australie en Nieuw Guinea.
Ondanks hun succulente voorkomen, komen deze planten vooral voor in regenwouden. Ook in deze wouden kunnen kortdurende droogteperioden voorkomen. Dischidia's zijn epifyten, d.w.z. dat de planten op bomen leven, zonder deze bomen als gastheer te gebruiken. De boom geeft de plant alleen maar houvast. Op hun standplaatsen worden Dischidia's vaak tezamen gevonden met vertegenwoordigers van het nauwverwante epifytische geslacht Hoya (wasbloemen). In mijn rubriek in het juninummer van 1988 schreef ik over deze planten een verhaal. De planten van het geslacht Dischidia bestaan uit kruipende stengels met daaraan tegenover elkaar staande bladeren, die langwerpig, rond of spatelvormig zijn. De wortels hechten de plant soms zo stevig aan de boomstammen vast, dat de plant daarmee vergroeid lijkt. De bloemen aan deze planten zijn klein, urnvormig en weinig opvallend.
Dischidia's nemen water en voedingsstoffen op uit de lucht of uit het langs de boomstam stromende water. Ze leven daardoor in een schraal milieu. Om de aanvoer van voedingstoffen te verzekeren hebben enkele soorten uit dit geslacht een symbiontische samenleving met mieren. Bij deze soorten zijn de bladeren zodanig gevouwen, dat ze een soort zak vormen met een kleine opening aan de stengelbasis. Mieren maken nesten in de bladeren en vullen deze met afval. De planten sturen wortels in dit afval. Bij de afbraak van dit afval komen voedingszouten vrij, die de plant kan opnemen. Bij D. imbricata kan je deze omgekrulde bladeren zien.
Dischidia imbricata, gefotografeerd in de Hortus van Leiden
Detail van Dischidia imbricata, met bloeiwijze en opgerold blad, dat
van binnen donker is en waarin mieren kunnen nestelen
De kweek van Dischidia's vereist een vochtige lucht. Daardoor zijn het moeilijke
planten om te kweken. Ze worden ook weinig in verzamelingen aangetroffen.
Dischidia truncata, gefotografeerd in de Hortus van Leiden
Detail van Dischidia truncata, met bloem (helaas niet helemaal scherp)
In de Hortus
in Amsterdam kunt een vertegenwoordiger van dit geslacht aantreffen vlak achter de ingang van de warme
kas. Vanuit een hangende pot kruipen hier de stengels van deze eigenaardige vetplant naar
beneden.
Literatuur
Stevens, P.F. (2001 en
later).
Angiosperm Phylogeny Website, Version 14, July 2017
http://www.mobot.org/MOBOT/research/APweb/