Bamboe
Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van
december 1991. Dit artikel is later aangevuld n.a.v. opmerkingen door Bamboe-
expert Peter Meeuws. In het maart nummer van 1999 is een artikel van mij over de
reuzenbamboe
verschenen
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten |
Clade | Bedektzadigen |
Clade | Eenzaadlobbigen |
Clade | Commeliniden |
Orde | Poales |
Familie | Poaceae (Grassenfamilie) |
Onderfamilie | Bambusoideae |
Tribe | Bambuseae |
Tasonomische indeling van bamboe
Bamboes zijn houtachtige, meerjarige planten, die behoren tot de ongeveer 500 soorten uit de meer dan 60 geslachten tellende onderfamilie Bambuseae van de grassenfamilie (Poaceae). Tot de Poaceae behoren vele andere "nuttige" planten voor de mens, zoals rijst en de graansoorten tarwe, haver, gerst, rogge.
De soorten uit de Bambuseae hebben een groot verspreidingsgebied. Ze komen voor in Zuidoost- Azie met als noordgrens het Noorden van Japan en de Himalaya. Het belangrijkste geslacht van bamboes is het geslacht Bambusa. Wat wij als bamboe kennen komt van de tropische soort Bambusa vulgaris of een van de verwante soorten. Alle tropische bamboesoorten zijn snelgroeiende planten, die boomachtige afmetingen (tot een hoogte van 35 meter, soms zelfs 40 m) kunnen krijgen.
De stengels bevatten evenals alle andere grassen knopen, waarop de bladeren vastzitten. De onderste helft van de stengels is soms massief, maar het bovenste deel is altijd hol. In tegenstelling met de grassen, die wij in Nederland kennen, bezitten de bamboesoorten ook vertakte stammen, die vaak op hun beurt weer vertakkingen dragen. Omdat grassen evenals palmen geen diktegroei kennen zoals bij de loof- en naaldbomen, groeit het stengelgroeipuntje in zijn uiteindelijke dikte uit de grond. De buitenkant van de stengels is hard en glanzend.
Bij de meeste Bamboesoorten ontstaan de bloemen
pas als de planten 20 tot 30 jaar oud zijn. Sommige soorten bloeien echter
jaarlijks, andere eenmaal in de 120 jaar. Ook zijn enkele soorten nog nooit in
bloei gezien
De onderstaande foto's van bamboesoorten zijn gemaakt in de Botaische Tuin van Utrecht.
Phyllostachys aureosulcata uit China
Phyllostachys rubicunda uit China (Zhejiang)
Pseudosasa japonica uit Japan en Korea
Semiarundunaria fastuosa uit Japan
Sommige tropische bamboesoorten hebben een grote groeisnelheid. De soort Dendrocalamus giganteus kan onder normale omstandigheden 30 to 40 cm per dag groeien, maar er zijn groeisnelheden van 100 cm per dag waargenomen!
Toepassingen van bamboe
Bamboe wordt in de streken, waar hij natuurlijk groeit, voor vele doeleinden gebruikt. De jonge scheuten van bepaalde bamboesoorten worden als groente gegeten (bamboespruit). In Zuidoost- Azie en Japan gebruikt men bamboe ook voor vlechtwerken (hoeden, manden, matten, meubelen, eetstokjes)..
De bamboe is ook wel bekend geworden als "het staal van de tropen". De stammen van de bamboes zijn vaak erg hard door de aanwezigheid van kiezelzuur in de buitenste lagen. Daardoor is bamboe alleen te verwerken met degelijke metalen gereedschappen.
Bamboe in de Hortus
Enkele exemplaren van de bamboe komen in de Hortus voor in de Palmenkas. Ze staan, als u de kas binnen gekomen bent, helemaal rechts achteraan.
Literatuur
Stevens, P.F. (2001 en
later).
Angiosperm Phylogeny Website, Version 14, July 2017
http://www.mobot.org/MOBOT/research/APweb/
Links naar websites over bamboe: