De reuzenrabarber (Gunnera manicata)


Dit artikel verscheen in de Hortuskrant van september 2002

KlasseSpermatopsida
(Zaadplanten)
CladeBedektzadigen
CladeEudicots
(Nieuwe Tweezaadlobbigen)
CladeGeavanceerde Tweezaadlobbigen
OrdeGunnerales
FamilieGunneraceae
GeslachtGunnera
SoortGunnera manicata

Taxonomische indeling van Gunnera manicata (Reuzenrabarber of Mammoetblad)


In het kader van het thema ‘eerbiedwaardige planten’, wil ik in dit nummer aandacht schenken aan de reuzenrabarber (Gunnera manicata). 


De reuzenrabarber of Mammoetblad (Gunnera manicata) is geen familie van de rabarber. Zijn naam ontleent hij aan zijn algemene voorkomen. In het voorjaar loopt hij uit en met twee-en-halve meter hoge bladeren, die op die van de rabarber lijken. De bladstelen hebben een rode tot groene kleur. De onderkant van de bladeren en de stelen zijn bezet met forse stekels.



    Een overzichtsfoto van de reuzenrabarber (Gunnera manicata) in de Hortus, gemaakt vanaf de overkant van de vijver



  Kaart van de Hortus Botanicus van Amsterdam, waarop de plek is aangegeven waar de Reuzenrabarber (Gunnera manicata) staat.



   Detailfoto van de reuzenrabarber Gunnera manicata) in de Hortus


Het geslacht Gunnera bestaat uit ongeveer veertig soorten, die voornamelijk afkomstig zijn van gematigde tot subtropische streken rondom Antarctica, zoals Zuid- Afrika, Zuid- Amerika, Tasmanië en Nieuw- Zeeland. De reuzenrabarber komt voor in Chili. Niet alle soorten uit dit geslacht zijn even groot. Naast G. tinctoria is ook de G. manica groot. Deze is afkomstig uit Colombia en Brazilië en heeft bladeren van drie tot vier meter hoogte. De G. magellanica komt ook uit Patagonië, maar is daarentegen niet hoger dan tien cm. Deze plant is goede bodembedekker in de tuin. Hij is te vinden in het gerenoveerde Halfrond.



   Een overzichtsfoto van Gunnera magellanica in het halfrond in de Hortus



   Detailfoto van Gunnera magellanica 

Door sommige biologen wordt dit geslacht in een aparte familie gezet: Gunneraceae. Over de juiste indeling wordt nog getwist en getwijfeld. Door moleculair biologisch onderzoek, onder andere aan de Universiteit van Stockholm, begint men echter langzamerhand inzichten te krijgen in de verwantschappen tussen de afzonderlijke soorten.

Het zijn vaste planten, die elk jaar weer uitlopen. In juni verschijnen de pluimen, die vanaf juli tot oktober bloeien met rode bloemen.



   Een blad en een een pluim met bloemknoppen van de reuzenrabarber



   Een detail van een bloempluim van de reuzenrabarber



   Een nieuw blad van de reuzenrabarber loopt uit


De reuzenrabarber houdt van een vochtige omgeving. Daarom wordt hij vaak in de buurt van vijvers aangeplant. Hij kan ook op drogere plekken aangeplant worden, mits hij om zijn wortels een behoorlijke hoeveelheid vochtige en vruchtbare grond krijgt. De reuzenrabarber kan vorst verdragen, maar niet onder min tien graden Celsius. Daarom moeten de wortels in een Nederlandse tuin gedurende de winter flink afgedekt worden met bladeren. 

In België en Nederland is ook vaak de Gewone Gunnera (Gunnera tinctoria)  te vinden. G. tinctoria groeit minder hard dan G. manicata, maar is voor tuinliefhebbers te prefereren. Omdat hij uit koelere streken komt, kan hij ook beter vorst verdragen. Helaas is het nu door de Europese Verordening invasieve uitheemse soorten verboden om de Gewone Gunnera binnen de EU te verhandelen of aan te planten. Recent genetisch onderzoek wijst uit dat G. tinctoria nog steeds verhandeld wordt binnen de Unie onder de naam G. manicata

Een andere interessante Gunnera soort is Gunnera insignis. Deze soort komt in Midden Amerika voor, van Nicaragua tot Colombia. De grote bladeren kunnen als paraplu gebruikt worden, vandaar de naam "Poor man's umbrella" en "Sombrilla de pobre".
Deze plant wordt vooral in de bergen aangetroffen, in Costa Rica tussen de 1000 en 2600 meter.



  Gunnera insignis (Poor man's umbrella) in de bergen van Parque National Volcan Poas in Costa Rica



   Een van de grote bladeren van de Gunnera insignis



   De bloeiwijze van de Gunnera insignis met talloze kleine bloempjes



   Detail van de bloeiwijze van Gunnera insignis, de kleine bloempjes zijn omgeven met witte of rode bracts


De planten uit het geslacht Gunnera zijn voor ecologen en fysiologen interessant. Zij blijken een symbiotische relatie te hebben met blauwalgen uit het geslacht Nostoc. Deze blauwalgen kunnen stikstof uit de lucht binden tot aminozuren en daardoor de stikstofkringloop op aarde aanvullen met organische stikstofverbindingen. De blauwalgen ruilen de stikstofverbindingen met hun gastheren voor suikers. Een vergelijkbare symbiotische relatie is bekend bij vlinderbloemigen (peulvruchten), die met de bacteriën in hun wortelknolletjes samenwerken.

In de Hortus van Amsterdam kunt u de reuzenrabarber  (Gunnera manicata) vinden in de binnenbocht bij de grote vijver achter in de tuin. Hij staat daar al vanaf 1905, maar hij is mogelijk zelfs nog ouder. In de winter zult u hem nauwelijks opmerken, maar in de zomer kunt u hem, door zijn enorme omvang, niet missen. Waarschijnlijk heeft ook Hugo de Vries al naar deze plant ‘opgekeken’, als hij er langs liep.

Literatuur

Vernon Heywood
Bloeiende planten van de wereld
Elsevier, 1979

Livia Wantorp
Phylogeny and Biogeography of the genus Gunnera
http://www.botan.su.se/systematik/folk/Livia.html

Rinus plantenpagina- tuinieren met subtropische planten
Gunnera
http://home.planet.nl/~gerrien/gunnera.htm

Willow Zuchowski
Tropical Plants of Costa Rica- A guide to native and exotic flora
Zona Tropical Edition of Cornell University Press, 2007
ISBN 13: 978-0-9705678-4-0

Margaret B. Gargiullo, Barbara Magnuson en Larry Kimball
A field guide to plants of Costa Rica
Oxford University Press, 2008
ISBN 13: 978-0-19-518824-0