De zonnedauw

Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van juni 1997. In dat zelfde nummer van de Plantage Hortus heb ik ook een algemeen artikel over Carnivore (=vleesetende) planten geschreven.

door Fred Triep

De zonnedauw is een carnivore plant, die we ook in Nederland kunnen vinden. Het geslacht Drosera vormt samen met drie andere geslachten (Drosophyllum, Aldrovanda en Dionaea) de zonnedauwfamilie of Droseraceae. Deze familie is over de hele wereld verspreid, met name de zonnedauw is een kosmopoliet. De grootste verspreiding heeft deze familie echter op het Zuidelijk halfrond, met een concentratie in Australië.

Het grootste deel van de 83 soorten uit deze familie groeit in venen en één soort is een echte waterplant (Aldovandra). Omdat in venen het stikstofgehalte laag is, zou dat de "selectiedruk" geweest kunnen zijn om zich naar een carnivore levenswijze te ontwikkelen.

Het geslacht Zonnedauw bezit 80 van de 83 soorten uit deze familie. Zonnedauwsoorten hebben een wortelrozet en lang gesteelde bladeren, waarvan de rand en de bovenkant bezet zijn door uitgroeisels. Deze uitgroeisels scheiden een kleverig vocht af, dat lijkt op "dauwdruppels". Omdat deze "dauwdruppels" onder invloed van de zon niet verdwijnen, kreeg deze plant de naam "Zonnedauw".

De bloemen van deze vleesetende plant zitten in opgerolde trossen. Ze bestaan uit 5 kelkbladeren, die aan de voet vergroeid zijn en vijf vrije, witte kroonbladeren.

De dauwdruppels trekken muggen en andere insekten aan, die aan de bladeren blijven kleven, als ze met deze druppels in aanraking komen. Daarna vindt er een keten van reacties plaats, waarbij het insekt een hopeloze strijd moet strijden. want bij het spartelen om los te komen, kunnen ze andere druppels raken en dan kleven nog meer vast. Door mierezuur, dat de bladeren afscheiden, wordt een klein deel van het eiwit van het insekt opgelost. Door dit eiwit wordt de rest van het blad geprikkeld en langzamerhand gaat het blad zich dan om het insekt heenrollen. De volgende stap is de vertering. De tentakels gaan enzymen afscheiden, die de eiwitten van de mug afbreken. De aminozuren, die bij deze afbraak ontstaan, worden door de tentakels ook opgezogen en zodoende wordt de stikstofvoorraad van de plant aangevuld. Het hele verteringsproces duurt enkel dagen en daarna ontrolt het blad zich weer.

In Europa komen 3 soorten uit het geslacht Zonnedauw voor, die ook in Nederland voorkomen. Het zijn de soorten Drosera intermedia (kleine zonnedauw), D. rotundifolia (ronde zonnedauw) en D. anglica (lange zonnedauw).

zonnel4.jpg (13296 bytes) Klik op de linker thumbnail als je de foto van lange zonnedauw (118 Kb) wilt zien.

Klik op de rechter thumbnail als je de foto van ronde zonnedauw (113 Kb) wilt zien.
zonner4.jpg (13638 bytes)

Van de drie soorten komt de kleine zonnedauw soms in grote aantallen voor, ook al is hij niet erg algemeen. Zijn verspreiding ligt rondom de Atlantische Oceaan en in Nederland kunt u hem aantreffen in zand- en hoogveengebieden in het Zuidoosten van het land. De ronde zonnedauw komt over het gehele Noordelijke Halfrond in de koude tot gematigde zone voor en het is de meest algemene zonnedauwsoort van Nederland. Hij komt in sommige laagveengebieden van Westelijk Nederland nog veel voor. Meestal groeit hij tussen veenmos. De zeldzaamste soort is de lange zonnedauw, die meer eisen stelt aan het milieu dan de andere 2 soorten. Je vindt hem niet op heidevelden, maar alleen in venen met opstijgend mineraalhoudend water. Door ontwatering en bemesting hebben de zonnedauwpopulaties echter sterk te leiden. Om die reden worden deze soorten nu in Nederland beschermd.

De Droserasoorten hebben onder andere nut voor de mens als sierplant. Je kunt hen uit zaad opkweken en het beste is de ronde zonnedauw hiervoor geschikt. De zonnedauw levert ook medicijnen tegen keelaandoeningen. De vanouds gebruikte ronde zonnedauw kan hiervoor, door hun beschermde status, niet meer gebruikt worden. Daarom worden hiervoor nu Afrikaanse soorten gebruikt.

De zonnedauwsoorten en andere vleesetende planten kunt u vinden in de vitrine in subtropische compartiment van de Drie- klimatenkas.

Literatuur

Weeda, E,J., R. Westra, Ch. Westra en T. Westra
Nederlandse Oecologische Flora
Wilde planten en hun relaties, deel 1
IVN

Vernon H. Heywood
Bloeiende planten van de wereld
Elsevier 1979

Links

Meer informatie over de verschillende Nederlandse soorten zonnedauw kunt u onder andere vinden op:

Verzorging

Heeft u vragen over de verzorging van deze plant? Die kunt u stellen op mijn forum over de verzorging van planten. Misschien weet iemand het antwoord of staat er reeds een antwoord voor u.



Deze pagina is het laatst aangevuld op zaterdag 13 mei 2006.

Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email:

Stuur je reactie !email: Fred Triep

Terug naar (return to): Terug naar: