Koffie (Coffea arabica)

Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van december 1996

door Fred Triep

De koffie, die wij drinken wordt gemaakt uit de bonen van 3 soorten van het geslacht Coffea. Dit geslacht behoort tot de familie Rubiaceae.

to the English summary
(naar de Engelstalige pagina)

Tot de Rubiaceae behoren vooral tropische en subtropische planten, maar ook enkele planten uit gematigde streken. Een Nederlands geslacht uit deze familie is walstro. Bij deze familie zijn de bladeren tegenoverstaand of in kransen. Daarnaast bezitten de bladeren vaak steunblaadjes aan de knopen. De bloemen bestaan uit 4 of 5 vrije kelkblaadjes en 4 of 5 vergroeidbladig kroonbladen.

Klik op de thumbnails als je de grote foto's wilt zien

Links: Overzichtsfoto van de koffieplant, die in het middentablet van de rechtse van de drie kleine kassen in de Hortus staat
Rechts: Detail van enkele bladeren van deze koffieplant


Foto's : Fred Triep

Naast Coffea zijn er ook andere geslachten uit deze familie, die nuttige produkten opleveren. Uit de soorten van het geslacht Chinchona wordt bijvoorbeeld kinine gemaakt en het geslacht Cephalis levert het braakmiddel ipecacuanha. Daarnaast leveren enkele planten uit deze familie verfstoffen, zoals Rubia (meekrap) en Uncaria (gambir).

Er zijn drie soorten van het geslacht Coffea, die bonen leveren voor het maken van koffie. Dat zijn de soorten Coffea arabica (arabische koffie), Coffea canephora (Congo koffie of robusta koffie) en Coffea liberica (Liberische koffie). De eerstgenoemde soort is de belangrijkste koffieleverancier. Van de geproduceerde koffie op de wereld bestaat 74 % uit arabische koffie, 24 % uit robusta koffie en de rest is Liberische koffie.

Bloemen van de koffieplant Klik op de thumbnail als je de grote foto wilt zien  

Bloemen van koffie (Coffea arabica)

Foto : hortusarchief

Koffieplanten zijn in cultuur 2 tot 3 meter hoge bomen met glanzende, elliptisch gevormde bladeren. In het wild kunnen ze 4 tot 6 meter hoog worden. Omdat het plukken bij dergelijk hoge bomen problemen oplevert, worden ze in de cultuur gesnoeid. In de oksels van de bladeren vormen zich 4 tot 6 witte (bij C. arabica) of 60 (bij C. robusta) bloemen. Na bestuiving ontstaan er rode bessen, die twee zaden (koffiebonen) bevatten. De bessen rijpen in 8 tot 12 maanden, afhankelijk van de hoogte, waarop ze gekweekt worden. Koffiestruiken gaan bloeien vanaf hun derde jaar en kunnen daarna zeker gedurende 10 jaar koffiebonen produceren.

De besvurchten van de koffie Klik op de thumbnail als je de grote foto wilt zien

Besvruchten van koffie (Coffea arabica)

Foto : Bob Ursem

Om de vruchtpulp van de bessen te doen verdwijnen bestaan er twee methoden, een natte en een droge. Bij de droge methode worden na indroging in de zon de resten machinaal verwijderd. Bij de natte methode wordt gebruik gemaakt van bacterien, die de natte pulp vergisten. De natte methode is bewerkelijker dan de droge methode, maar levert de beste koffiebonen op. Daarna moeten de bonen gebrand worden, voordat ze gebruikt kunnen worden voor het maken van de godendrank koffie. Wat er precies gebeurt tijdens het branden van de bonen is nog niet volledig begrepen, wat te maken heeft met de complexiteit van het koffiearoma. Tijdens het branden verliezen de bonen eiwitten en ongeveer 10 tot 15 procent van de cafeine. Daarnaast worden suikers gecarameliseerd, waardoor de koffie zijn bruine kleur verkrijgt. De oorspronkelijke koffiebonen van C. arabica zijn namelijk bleekgroen.

De naam koffie (en coffee, kaffee en cafe) is via het Turks (qahve) afgeleid van het Arabische woord "quahwa", dat in eerste instantie "wijn uit bessen" betekende. De bekendste koffieleverancier, de C. arabica, komt oorspronkelijk uit Ethiopie, waar het in de beboste hooglanden groeide. Daar werd de "wilde" plant echter niet in cultuur gebracht, dat gebeurde in Yemen tussen 1000 en 1300. Daar werd het op geirrigeerde terrassen gekweekt. Rond de tiende eeuw werd koffie al in de medicinale literatuur besproken, maar de intensieve cultuur van deze boom in Yemen vond pas plaats in de vijftiende eeuw. Vanuit Yemen werd de koffieboom over de wereld verspreid, waarbij de Nederlanders een grote rol speelde door het starten van een koffiecultuur op Java vanaf 1710.

Van de drie genoemde soorten groeit de C. arabica het hoogst. Hij groeit het liefst op 600 tot 1200 meter hoogte, maar hij wordt in sommige landen ook nog op 1700 meter hoogte gekweekt. Door het koudere klimaat wordt de rijping van de bessen vertraagd, waardoor ze uiteindelijk minder vocht en meer "smaak" bevatten dan de koffieplanten op lager gelegen gebieden. De andere twee soorten komen vooral in het laagland voor. Zij vereisen meer warmte en neerslag en de kwaliteit van hun koffiebonen is minder. De robusta koffieboon wordt daarom veel verwerkt in oploskoffie.

In februari 2016 bezocht ik een klein koffieplantage in Costa Rica. In onderstaande video kunt u zien hoe de koffiecultuur daar plaatsvindt.

Rechts: HD Video van de productie van koffie op een kleine plantage bij Monteverde (Costa Rica)

 

 

Let op: Tijdens de uitvoering van de video kunt u de vertoning schermvullend maken door op het symbooltje rechtsonder te klikken. Met de escape toets krijgt u weer de verkleinde weergave terug.

Links

Op de volgende webpagina kunt u meer informatie vinden over koffie:



Deze pagina is het laatst aangevuld op woensdag 20 januari 2021

Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email:

Stuur je reactie ! email: Fred Triep

Terug naar (return to): Terug naar: